Istec biedt een breed scala aan meetinstrumenten voor het bewaken en controleren van stromingsprocessen in de staalproductie. In dit artikel lichten we de doorstroom- en stofmeetapparatuur toe die we leveren.
- DensFlow voor massastroommeting van poederkool op weg naar de hoogoven
- FlowJam voor Flow/NoFlow-detectie
- M-Sens 2 voor continue vochtmeting van steenkoolpoeder
- DensFlow voor continue debietmeting van sinter en/of pellets.
- ProGap voor niveaumeting van opslagsilo's
- Dusty / ProSens voor filterbewaking in silo's
- Dusty / ProSens voor bewaking van afzonderlijke filters
Bereiding van ijzererts
Bij de bereiding van ijzererts worden pellets en sinter geproduceerd. Als ijzererts in poedervorm is, kan het niet in de hoogoven worden gebruikt omdat het verstoppingen kan veroorzaken. Daarom moet het erts worden bewerkt voor gebruik in het productieproces.
Sinteren verwijst naar het proces dat wordt gebruikt om het materiaal vorm te geven. Tijdens dit proces worden materiaaldeeltjes (+/- 6 mm groot) aan elkaar gehecht. Sinteren gebeurt in een oven waar de temperatuur onder het smeltpunt van het ijzererts blijft. Het mag niet vloeibaar worden. De temperatuur ligt net onder het smeltpunt, waardoor het aantal contactpunten tussen de materiaalkorrels toeneemt. Hierdoor bindt het erts aan elkaar en vormt het een poreuze massa. Deze massa wordt gebroken tot een grootte die geschikt is voor de hoogoven (5-40 mm). Gesinterd erts maakt een snelle reductiereactie mogelijk door zijn hoge gasdoorlaatbaarheid.
Het resterende ijzerertspoeder, dat te klein is voor het sinterproces, wordt gebruikt om pellets te maken. Deze pellets bestaan uit het resterende ijzerertspoeder gemengd met water en bindmiddelen (kalksteen en steenkoolpoeder). Dit levert pellets op met een diameter van 10-30 mm. Door deze pellets in een continue oven te bakken, worden ze geschikt gemaakt voor de hoogoven.
Massastroommetingen
Door warmtebehandeling wordt steenkool omgezet in cokes. De cokes worden samen met de pellets en sinter naar de hoogoven geleid. Er wordt ook kalksteen toegevoegd. Voor een efficiënt proces is een goede aanvoer van deze materialen noodzakelijk. Hiervoor wordt de DensFlow (1) gebruikt, speciaal ontwikkeld voor het meten van de flow tijdens pneumatisch transport van droge bulk. Voor een optimale processtroom is het belangrijk dat de stroomsnelheid gelijkmatig over alle pijpleidingen wordt verdeeld. De DensFlow meet tegelijkertijd de massaflow in elke pijpleiding, zodat deze metingen kunnen worden gebruikt om de flow te regelen via regelkleppen. Om het debiet van vermalen sinter en pellets te meten, wordt een DensFlow (4) gebruikt. Een groot voordeel van dit systeem is dat het contactloze metingen uitvoert, zodat de sensor niet wordt blootgesteld aan het product in het proces. Dit verlengt de levensduur van de sensor en voorkomt dat hij de doorstroming verstoort.
Hoogoven
Door lucht in de hoogoven te injecteren, wordt poederkool in de oven getransporteerd. Het wordt gedragen door de lucht. Het is cruciaal voor het verbrandingsproces dat de juiste hoeveelheid steenkoolpoeder in het proces wordt gebracht. De FlowJam (2) wordt gebruikt om de flow/no-flow te meten. De FlowJam detecteert of er stroming is, of er blokkades zijn en of er een stilstand is. Een verstopping wordt onmiddellijk gedetecteerd, zodat de operator snel kan ingrijpen. In de staalindustrie is het stopzetten van het proces gewoon geen optie.
Vochtmeting van steenkoolpoeder
Kolenpoeder (poederkool) wordt via luchtinjectie in de hoogoven geïnjecteerd. Het vochtgehalte van de poederkool moet continu worden gecontroleerd voordat het de hoogoven ingaat. Hiervoor wordt de M-Sens 2 (3) gebruikt, een vochtmeter ontworpen voor in-line vochtmeting van vaste stoffen. De vochtmeting draagt bij tot de kwaliteitscontrole van het verbrandingsproces. Hoe lager het vochtgehalte van de kolen, hoe beter de verbranding.
Metingen in silo's
Om ervoor te zorgen dat opslagsilo's niet boven of onder bepaalde niveaus komen, wordt de ProGap (5) gebruikt. Deze niveauschakelaar meet contactloos het siloniveau en voorkomt zo overbelasting van een silo.
Het is ook essentieel om het filter van de silo te controleren. Hiervoor wordt de Dusty of ProSens (6) geïnstalleerd. Beide zijn ontworpen om betrouwbare en snelle stofmetingen na filters uit te voeren en zijn geschikt voor filterbewaking. De Dusty is vooraf gekalibreerd, terwijl de ProSens ter plaatse wordt gekalibreerd, waardoor de ProSens veel nauwkeuriger is dan de Dusty. Bovendien wordt de Dusty vooral gebruikt om filterschade vroegtijdig te detecteren, zodat er kan worden ingegrepen voordat het filter het helemaal begeeft. De ProSens maakt naast de functionaliteiten van de Dusty ook het meten van filterlekkage, trendbewaking op basis van werkelijke stofhoeveelheden en emissiemetingen mogelijk.
Metingen aan de luchtuitlaat
Bij de luchtuitlaat wordt de lucht door een filterbehuizing geleid. Om de filters te controleren op scheuren, wordt een
Dusty of ProSens (7) wordt op elk filter geïnstalleerd. Dit zorgt ervoor dat in het geval van een gescheurd filter snel actie kan worden ondernomen, waardoor de installatie binnen de emissierichtlijnen blijft.
