In een vorig artikel schreven we over 11 belangrijke overwegingen voor het kiezen van de juiste versnellingsmeter. Voor betrouwbare meetresultaten is de montagemethode echter cruciaal voor een maximale nauwkeurigheid. Er zijn verschillende montagemethoden mogelijk en elke methode heeft een ander effect op het meetbereik (frequentiebereik) van de sensor. In dit artikel leggen we uit welke overwegingen u moet maken bij het kiezen van de juiste montagemethode voor accelerometers.
Onjuiste montage kan leiden tot aanzienlijke gegevensfouten, vooral bij hoge frequenties. Voor de beste meetresultaten is het belangrijk dat de sensor zo dicht mogelijk bij de machine wordt gemonteerd. Bovendien moet het oppervlak van zowel de sensor als de machine schoon, vlak, glad, kras- en braamvrij zijn. Als dit niet het geval is, kan het signaal verstoord worden.
Stiftmontage
De beste manier om een versnellingsopnemer te monteren is met behulp van schroefdraad. Bij deze methode wordt een gat met schroefdraad in de machine gemaakt waar een draadeind in kan worden geschroefd. De versnellingsmeter wordt dan bevestigd aan het andere uiteinde van het draadeind, ook met behulp van een schroefdraadverbinding. Deze methode brengt vibratie het meest effectief over op de versnellingsmeter omdat deze volledig direct op de machine is gemonteerd, wat de hoogste nauwkeurigheid oplevert. Het is belangrijk om de versnellingsmeter vast te draaien met een momentsleutel om er zeker van te zijn dat alle sensoren goed vastzitten en om schade door te strak aandraaien te voorkomen.
Deze montage kan worden gebruikt tot ongeveer 10.000 - 20.000 Hz.
Zelfklevende montage
Als boren in de machine op de gewenste montagelocatie niet mogelijk is, of als het oppervlak van de machine slecht is, kan zelfklevende montage een veilig alternatief zijn. Het nadeel van deze methode is dat het meetbereik (operationele frequentiebereik) kleiner wordt omdat de lijm vibratie dempt. Door het dempende effect is de resonantiefrequentie lager, waardoor het werkbereik kleiner wordt.
Er zijn twee manieren om zelfklevende montage te gebruiken: de sensor rechtstreeks op de machine plakken of een montagestuk (montagepad) plakken waarop de sensor kan worden bevestigd.
Deze montage kan worden gebruikt tot ongeveer 7.000 - 10.000 Hz.
Tijdelijke metingen: Magnetische en sensoruitbreidingen
Magnetische montagemethoden zijn een snelle en gemakkelijke optie voor toepassingen waarbij een trillingsspecialist periodiek de metingen controleert. Dit wordt vaak gebruikt op grote machines.
Magnetische verbindingen geven aanzienlijk slechtere resultaten bij hoge frequenties in vergelijking met accelerometers die gemonteerd zijn met een tapeind of lijm. Het grootste nadeel is de lagere resonantiefrequentie en de minder stijve verbinding, die werkt als een laagdoorlaatfilter waardoor hogere frequenties verloren gaan. Vanwege de grotere massa is voorzichtigheid geboden bij het analyseren van meetgegevens boven 1000 Hz, omdat de extra massa van de magneet metingen op lichtgewicht machines aanzienlijk kan beïnvloeden.
Magneet op plat oppervlak
Als je een magneet gebruikt, zorg er dan voor dat het oppervlak schoon en vrij van metaaldeeltjes is. Een schone magneet op een vlak oppervlak, met een druppel olie, kan goede resultaten geven tot 10.000 Hz.
Deze montage wordt meestal gebruikt tot ongeveer 5.000 - 7.000 Hz.
Magneet op gebogen oppervlak
Een magneet op een gebogen oppervlak is geschikt voor frequenties tussen 2.000 en 2.500 Hz. Als de bovengenoemde montagemethoden niet haalbaar zijn, is dit een acceptabele optie.
Verlengstuk (sondetip)
Tot slot is er de mogelijkheid om een sondepunt aan de sensor te bevestigen. Dit is geschikt voor frequenties tot 500 Hz, maar hangt ook af van wie de meting uitvoert. Deze methode moet alleen worden gebruikt als alle eerder genoemde montagemethoden niet mogelijk zijn.
Deze montage wordt meestal gebruikt tot ongeveer 500 Hz.
Meer weten over vibratiemetingen?
Request your free copy of the bookazine Vibration »
