Wat u moet weten over drukmetingen

Basis drukmetingen

In de industrie is druk een veelgebruikte parameter voor het regelen en bewaken van processen. In dit artikel leggen we uit welke vormen van druk er zijn en met welke sensoren deze kunnen worden gemeten. Dit geldt voor zowel drukmetingen bij gassen als bij vloeistoffen (directe metingen), maar ook andere fysische grootheden kunnen worden gemeten met druksensoren. We noemen dit indirecte metingen en hierbij moet gedacht worden aan flow, level/niveau, inhoud, dichtheid en gewicht.

Verschillende soorten druk

In het schema worden de verschillende vormen druk weergegeven. De gemiddelde atmosferische druk is 1,013 bar en is ook wel bekend als luchtdruk. Wanneer de druk hoger is dan de atmosferische druk spreken we van overdruk, en als hij lager is dan de atmosferische druk dan spreken we over onderdruk. We spreken over relatieve druk als dit wordt gemeten vanaf de atmosferische druk. Bij absolute druk wordt de druk gemeten vanaf 0 bar waarbij 0 bar ook bekend is als vacuüm. Tot slot, verschildruk. Het meten van verschildruk is het meten van drukverschil tussen twee punten in een proces.

Druksensoren voor relatieve druk

Bij het meten van relatieve druk wordt de druk gemeten te opzichte van de atmosferische druk (luchtdruk). Een drukmeter heeft daarom een referentie naar de heersende omgevingsdruk. De luchtdruk is geen statische waarde en varieert in verband met hoge en lage drukgebieden.

Druksensoren voor absolute druk

Absolute druk wordt gemeten met betrekking tot vacuüm. Bij sommige toepassingen kan de variatie in atmosferische druk belangrijk zijn om rekening mee te houden. In dit geval kunnen we het verschil tussen een vacuüm en het te meten druk. Dit heet een absolute drukmeting en heeft als gevolg dat de atmosferische druk wordt toegevoegd aan het te meten medium. Absolute druk is dus gelijk aan relatieve druk en atmosferische druk.

Drukverschilmeting

In tegenstelling tot relatieve drukmeters en absolute drukmeters is bij een drukverschilmeting geen statische referentie nodig. Bij een verschildrukmeting betekent een toename van het verschil dat de ene druk toeneemt, of dat de andere druk afneemt.

Een toename van het drukverschil treedt op als F1 kleiner wordt óf als F2 groter wordt. Op dezelfde manier zou een daling van het verschildruk kunnen optreden wanneer F1 groter wordt óf wanneer F2 kleiner wordt. Bij een verschildrukmeting is het niet van belang of de laagste van de twee een vacuüm is, atmosferische luchtdruk of andere vorm van druk. Het kijkt alleen naar de verschillen tussen de twee.

Voor het meten van verschildrukken bij met name hoge statische drukken wordt niet alleen gebruik gemaakt van verschildruktransmitters, maar ook van twee aparte druktransmitters welke geschikt zijn voor deze hoge statische druk. Hieruit wordt de verschildruk berekent. Dit geeft echter een minder nauwkeurig resultaat omdat het de onzekerheid van twee drukmetingen en de onnauwkeurigheid van de rekenunit bevat.

Wilt u meer weten over drukmetingen en druksensoren, neem dan contact op met één van onze technische specialisten.